Monday 20 August 2007

God, I hate him!!!! Really do.First things first; ik ben niet dood! Dit is of was weer één van Fréderiques meest onsmakelijke grappen. En het ergste is dat hij het waarschijnlijk nog leuk vindt ook. Er is nog menig uur werk aan die jongen.
Bon, ik vertrok twee maand geleden naar Kenia. Via ‘Les avonturiers du monde’ ben ik daar aan ontwikkelingshulp gaan doen. We bouwden er met een dertigtal vrijwilliggers aan een school, een dokterspraktijk en een polyvalente zaal. Het was fijn, en tof, en ik leerde veel negers kennen. Lekkere jongens als je doet wat ze willen.
Fréderique had me beloofd om op Laurel en Stanny (mijn –jawel- dikke en dunne katers) te passen. En dat heeft hij ook gedaan. Maar meneer heeft ondertussen van de gelegenheid gebruik gemaakt om alles te doorsnuffelen. Hij heeft mijn dagboek gevonden, mijn dagboek waarin ik ook mijn paswoorden voor diverse sites bewaar, en heeft daar lelijk misbruik van gemaakt. Toen ik gisterennamiddag terug thuis kwam lag er een briefje;
‘Welcome back Sofieke,
L&S waren doetjes, de planten hebben niet al te veel water
nodig gehad (hier zeer slecht weer), en je post ligt op het salontafeltje.
Ik vertrek nu naar god-weet-waar met Floritsjna.
Tot later, F.
PS. Sorry voor je blog, maar wel grappig hé!'

Mijn verbazing was groot toen ik mijn eigen overlijdensaankondiging zag. Maar bij deze: Nee!!! Deze meid is springlevend en lekker bruin! I’m back and will enjoy myself. Keep ready!

En Fred: mocht je dit lezen: Ik bedank je vriendelijk voor je diensten, maar na wat ik in Kenia heb meegemaakt zeg ik vriendelijk bedankt tegen blanke mannen.

Tuesday 26 June 2007

sad sad news

Hi everyone,

This is Fréderique. I'm very sorry to announce that Sophia has passed away. She overdosed on sleeping pills and left us two weeks ago, on mondaymorning. We all were very shocked and horrified, because she never deserved this. We buried her in her birthtown because we thought that was what she wanted. Only a few friends attended the funeral, and we all comforted eachother.
As I was going through her things, in order to find adresses and people, I came across her diary in which she kept the password to this blog. She also had a plan to where she was heading with this blog. I don't know yet if I should carry on, because she had a message, she definately had, but the gods decided she was too good for this world. And really she was.
A lot of people only noticed her strangeness, and her foulmouthed behaviour. True friends however knew that was a mask. Inside she was a little girl, with simple needs and a loyalty beyond many expectations. She's missed, and still will be missed in the future. I'm sure of that.
I still may publish her memorialcard in a few days, but for now this is it.
I wanted you all to know, she no longer is among us, and we all hope she dwells in a nicer place now.
Fréderique

Friday 1 June 2007

Ring Goes My Bell

It’s been a while. I know. Maar ik ben niet thuis geweest. Yup yup, deze jongedame was weer piepedada. Riebedebie. Foetsie. Hoe hing het in z’n werk?
Een goeie week geleden, op woensdag 23 mei, was ik aan het koken. Nu ja, ik heb nooit veel kaas gegeten van ingrediënten omvormen tot een smakelijke maaltijd, dus was dat die avond ook zo. Ik was net een gevecht aangegaan met een reuzenchampignon. Ik wou die opvullen, maar het weerbarstige ding bleef zijn steeltje maar vasthouden, en dat moest eruit wou ik er iets insteken. En ik wou hem zo graag opvullen met schimmelkaas. Bon, waarom ik soms nog de moeite neem om receptjes te volgen. I don’t know. Wat ik wel weet, is dat op dat eigenste moment, de bel ging. Ik deed open, en tot mijn niet zo grote verbazing stond Fred daar, samen met een troela, dat was dan wel weer tot mijn zeer grote verbazing.
Fred was weggelopen bij Mary en Dirk, omdat die alsmaar verder gingen met hun ‘Experiment in elkaar verkennen en negeren en klaarkomen’. Jullie hebben hier nog niets over gehoord, want ik was daar nog niet geraakt met mijn reisverslag, maar bon, dat moet nu even wijken voor de dramatische gebeurtenissen die zich na mijn vertrek hadden voorgedaan.
Volgens Fred begon het de avond van mijn vertrek. Mary was zeer kregelig tegenover hem en verweet hem veel te veel met mij bezig geweest te zijn, en haar totaal linkst te laten liggen. Er was een zeer gespannen sfeer. Mary stelde voor de ontgiftingsdans te doen. Fred kon niets anders dan instemmen, aangezien hij eigenlijk zijn kost en inwoon toch van hen kreeg. Dirk had zich net aan de piano gezet toen de bel ging.
‘Ik ging openmaken, en daar stond Floritsjna’, hij zei het bijna verontschuldigend terwijl hij naar zijn metgezel wees. Meteen wist ik ook wie het wulpse ding aan zijn zijde was.
‘Mary ging helemaal door het lint, ze begon te roepen en te schelden, en verweet iedereen in een complot tegen haar te zitten. Ondertussen zat Dirk bij het zien van Floritsjna letterlijk te kwijlen, ik zag zelden zo’n verlangen in een klodder speeksel.’
Meteen checkte ik m’n mond om te zien of alles langs de buitenkant nog droog was. Want wat Dirk in Floritsjna zag, wel, ik denk dat ik dat ook zag. Ik denk graag over mezelf als een welopgevoede heteroseksuele dertiger, maar, ook al dacht ik er niet zo over, ik zou zowaar aan mijn geaardheid beginnen twijfelen als ik Floritsjna zag. Jongens, ik kan eerlijk, op alles wat me waard is, zweren dat ik nog nooit zo’n mooie borstjes zag. Niet te groot, niet te klein, een goed handvol en door haar luchtige kleedje zichtbaar. Wat ik ook zag, was dat Floritsjna duidelijk koud had. Of zin natuurlijk. Ik weet het niet. Fred bleef haar constant omarmen, wat me eigenlijk helemaal niet zinde. Zo’n vrijpostigheid kan je nog enigszins aannemen bij jongverliefden, maar dit was Fred, niet jong en bij mijn weten nooit verliefd. Hij liep zijn jongeheer achterna, en voor de tweede keer sinds ik hem kende, kon ik hem geen ongelijk geven.
‘Na even naar haar zever geluisterd te hebben’, zijn we allebei vertrokken. Ik liet alles wat ik had achter en lifte met Floritsjna richting nergens, het enige wat ik wou, was weg van Mary.
Op dat moment ging de telefoonbel. Ik nam op.
‘Met ik’
Ik keek terwijl naar Fred die z’n armen niet zomaar rond het lijf van Floritsjna had geslaan, maar eerder een verkenningstocht langs alle glooiingen was gestart.
‘Dag Mary’
Fred rukte zich om en deed teken dat hij er niet was.
‘Ja, ik ben al bekomen, al weet ik nog altijd niet wat ik er allemaal van moet denken.’
‘Nee? Weggelopen? Wanneer?’
‘Ok, als ik iets verneem laat ik het je meteen weten, voor zijn eigen veiligheid’

Tuesday 22 May 2007

Infantiele boeren

De zaterdagnamiddag verliep vrij rustig. Mary hield zich vooral bezig met de barbecuevoorbereidingen en met het bijvullen van mijn glas. Dirk zat constant voor de pc. En Fred speelde vooral paardje voor Sarah en Lotte. Ik had mijn boek, een eerste editie van Alice In Wonderland, erbij genomen maar mijn gedachten dwaalden steeds af naar wat er zich zou kunnen afspelen tussen Mary en Fred. De Suze hielp ook niet om mijn gedachten er bij te houden. Ik was wel vertederd door het schouwspel dat Fred opvoerde. Zoals hij met die twee meisjes bezig was, het moet elke vrouw wel bewust van haar biologische klok gemaakt hebben. Tegelijkertijd begreep ik niet hoe Mary me ’s ochtends zo kon waarschuwen voor Fred en nu haar twee dochters zo kon overlaten aan zijn zorgen. Ik werd echter uit mijn gedachtengang gehaald door Mary die me Noah en een zuigfles in mijn handen duwde.
“Ofwel ga jij verder doen met het preparen van de slaatjes, ofwel geef jij Noah zijn fles. Nee? Ik dacht het al. Een keukenprinses ben je nooit geweest, een moederkloek al evenmin, maar ik denk wel dat je meer terecht brengt van de jongen te geven wat hij wil, dan van het kuisen van groenten.”
Ze had niet eens op mijn antwoord gewacht en had daarbij mijn keuze al bepaald. Ik was veel liever tomaten en paprika’s gaan schoonmaken, dan dat rubber tussen de lippen van dat voor mij veel te kleine schepsel te duwen. Ik heb steeds angst iets faliekant verkeerd te doen als ik zo’n jong leven in m’n armen houd. Ten andere, ik heb een hekel aan het laten zuigen, stoppen, boeren, weer zuigen, weer boeren, en zo verder tot de fles leeg is. Kinderen worden pas leuk als ze twintig zijn. Dan kan je daar iets zinnig tegen zeggen zonder een gemor en geklungel als antwoord terug te krijgen. Schrik om dan iets verkeerd te doen is er ook al niet bij aangezien ze meerderjarig zijn en verantwoordelijk voor wat ze uitspoken, dat is een leeftijd waarop ik een jonge man in m’n armen wil houden.
De fles werd uiteindelijk leeggedronken en het kereltje viel als een blok in slaap. Ik durfde niet rechtop te staan, en moest dus wachten tot Mary me van het schepsel kwam verlossen. Ze kwam na anderhalf uur voor me staan, een glas wijn in haar ene hand en een sigaret in haar andere hand.
“Ooh, laat me eens trekken, ik snak al de hele tijd naar een sigaret en ben die blijkbaar vergeten”
“Niet als je Noah vasthoudt, dat gebeurt hier niet” en ze vertrok opnieuw naar binnen om terug te keren met een farde Tigra, mijn merk.
“Hier, ik had al zo’n vermoeden vanmorgen dat je er geen meer had. Gestopt was je zeker niet want de rook hing nog om je geen. Dit is toch je merk hé?”
“Jaja, dat is m’n merk. Je doet me nu wel watertanden”
Ze vertrok opnieuw naar binnen, kwam terug naar buiten met Dirk in haar kielzog. Dirk nam Noah van me over en nam hem mee naar binnen. Mary kwam naast me zitten en gaf me de farde. Ik stak meteen een sigaret op, en voelde me zweven in m’n hoofd.
“Je bent nog geen haar veranderd.”
“Jij een klein beetje, dat zal door je kinderen zijn neem ik aan.”
“Mogelijks, dat en Lilith natuurlijk.”
“Lilith?”
“Mijn mentor. Mijn raadgever. Lilith is sinds ik hier ben komen wonen mijn licht en gids geworden. Zonder haar weet ik niet waar ik nu zou staan.”

Monday 21 May 2007

Rood of geel?

Mary en Dirk arriveerden in uiterst vrolijke stemming. Ze hadden de koffer van de auto vol met etenswaren zitten en Mary stamelde iets van die avond te barbecuen. Fréderique en ik stonden op om te helpen. Terwijl ik Mary passeerde, nam ze m’n arm vast en trok me even opzij.
“Fréderique heeft je hopelijk niet te lastig gevallen met wilde verhalen?”
“Nee hoor, hoezo?”
“Wel, sinds zijn depressie neemt hij zware antidepressiva en die werken zeer goed, alleen hebben die als enige bijwerking het stimuleren van z’n fantasie en opwekken van waanbeelden.”
“I see” zei ik, niet goed wetende wat ik er nu van moest denken. “Hij heeft me alvast geen vervelende ochtend gegeven.”
“Goed, zo hoor ik het graag, want hij heeft hier al enkele van onze beste vrienden vanalles op de mouw gespeld en dat gaf enige wrevel in de buurt. Kom, neem jij de wijn mee naar binnen, dan neem ik de veggieburgers.
Toen we klaar waren, stond de keuken vol zakjes en dozen. Het echt uitpakken liet ik liever aan Mary en Dirk over, aangezien ik geen flauw idee had van waar wat hoorde. Ik zag Fred buiten aan het keukenraam zwaaien. Ik moest naar buiten.
“Geniet van vanavond meisje” fluisterde hij.
“Hoezo?” fluisterde ik terug.
“Het is meer dan waarschijnlijk dat dit je laatste echte maaltijd wordt hier. Zo hebben ze mij ook een fuif gegeven toen ik hier aankwam. Hierna volgt alleen nog gerst en haver en tofu.”
“Fred! Wat bedoel je?”
“Jongens! Willen jullie misschien iets drinken? We hebben Gancia en Suze meegebracht. Sophie, jij drinkt toch nog altijd graag Suze, niet?”
“Kom, we gaan iets te drinken halen, vooraleer ze achterdochtig wordt. Ze heeft nogal een probleem met gesprekken niet kunnen volgen. Soms lijkt het alsof hier een groeperingsverbod geldt.”
In de keuken stond Mary klaar met de twee flessen in de hand.
“Wat wil jij Sophie? Rood of geel?”
“Doe maar geel Mary.”
“En jij Fréderiekske?”
“Rood, rood en nog eens rood, zonder ijsblokjes in een groot glas, I like my juices pure!”
“Grapjas. Hier pak aan, en deze chips ook en ga maar weer gezellig buiten zitten. Ooh, Sophie wil jij mij eerst even zeggen hoe je die overheerlijke slasaus die je vroeger maakte ook alweer maakte?”
En toen was Fred nog niet goed en wel buiten of zij begon te fluisteren.
“Ik heb je daarnet niet alles kunnen zeggen, maar Fréderique heeft tijdens zijn depressie ook even in de gevangenis gezeten. Blijkbaar had hij zijn buurvrouw verleid, deze verkracht en daarna haar haar in brand gestoken. Hij heeft altijd alles ontkend, maar toch werd hij schuldig bevonden. Let op als je er lang alleen bij bent en denkt dat hij iets anders dan een goed gesprek in gedachten heeft. Allé, hop hop, naar buiten, geniet van ’t mooie weer, dan zal ik ondertussen de spectaculaire barbecue van vanavond voorbereiden.”
Ik wist niet wat er gaande was. De sfeer van vanmorgen, die ik toch als aangenaam had ervaren, sloeg nu om in een soort van strijd tussen Mary en Fred. En ik wist niet wie ik moest geloven. Wat ik moest geloven. En waarom? De vragen gonsden door m’n hoofd als bijen in een zonnebloemveld.
“En heeft ze je voor mij gewaarschuwd? Ja hé, ik zie het aan je gezicht, je kan nog steeds niets voor mij verbergen.”
“Fred, ik snap niet wat hier gaande is.”
“Dat komt nog wel m’n Fieke.”
“Je weet dat ik niet graag zo genoemd wordt.”
“Yup, dat weet ik, ik zal me proberen bedwingen.”

Monday 14 May 2007

Floritsjna en Igor

Nadat Mary Dirk was gevolgd, fluisterde Fred dat hij het straks wel allemaal zou uitleggen. Dat Dirk en Mary op zaterdag altijd boodschappen deden, en dat we dan tijd alleen hadden. En inderdaad, een half uur later kwamen ze beiden de keuken in, uitgedost als twee kerkgangers. “It’s time to shop!” riep Mary. Het was eerder “It’s tiiiiiime to........SHOP!”, een variant op ‘Here comes Jimmy’. Ze leken beiden heel erg vrolijk en het was alsof er niets gebeurd was. Ze vertrokken en wij ruimden de ontbijttafel op.Terwijl ik aan het aanrecht stond, kwam Fred achter me staan. Hij nam me vast bij mijn heupen en duwde zijn hele lichaam tegen me aan. “Is dat de uitleg?” vroeg ik.”Je hebt gelijk”, was zijn verontschuldigend antwoord. “En ja, ergens loopt het in de richting van de uitleg;”
“Ik luister” zei ik terwijl ik me een kop koffie nam en opnieuw aan de keukentafel ging zitten.
“Laten we buiten zitten, dan zien we wanneer ze arriveren. Als Mary weet dat ik je nu al alles vertel, springt ze uit haar vel. We kunnen dus beter opletten en ons niet laten betrappen.”
Hij nam een pilsje uit de koelkast, ik nam m’n kop koffie en we gingen op de bank zitten waar ik die nacht had geslapen.
“Alles is eigenlijk begonnen toen Dirk zijn huidige job als administratief bediende in de steenkoolmijn hier wat verderop kreeg. Elke middag, tijdens de lunch, zat Dirk alleen zijn boterhammen op te eten. Iets wat het medeleven opwekte van de kantinejuffrouw. Floritsjna was een Russische die via via de leiding over de kantine had gekregen. Dirk was blij met de aandacht, al was er een serieus communicatieprobleem. Hij sprak geen Russisch, hij sprak niets, en zij sprak geen gebarentaal. En zoals ik me heb laten wijsmaken, is dat probleem zeer snel opgelost door hun lichaamstaal. Meer bepaald door hun lichaamstaal in de toiletten van de kantine. Floritsjna was niet bepaald vies van hijgen en kreunen en Dirk die het toch niet hoorde, zal haar wel niet in toom gehouden hebben. Ik heb me trouwens ook laten vertellen dat Dirk zijn verbale probleem ruimschoots goedmaakt met wat hij in bed te bieden heeft. Of in de toiletten natuurlijk”
“Hah, dan is dat vraagteken al opgelost. Ik vroeg me al af wat Mary in die sukkel ziet. Maar ’t is dus een kwestie van hormonen. Zo ken ik haar ook wel”
“Enfin, Dirk werd al heel snel verliefd, of dat dacht hij toch, op Floritsjna. Hij kwam soms niet eens meer thuis en bleef dan bij haar overnachten, om ’s ochtends hier opnieuw te arriveren, de kinderen ontbijt te serveren, en dan naar zijn werk te vertrekken. Mary aanschouwde alles met de moed der wanhoop. Hoe ze ook zocht, ze vond geen manier om Dirk aan haar te binden, en weg te houden van die Russin. Tot vorige zomer. Toen leerde ze Igor kennen. Igor was de vriend van Floritsjna en woedend op haar omdat ze er een minnaar op nahield. Hij vond er niets beter op om Mary te verleiden als wraak op wat Floritsjna hem aandeed. En Mary bezweek voor zijn charmes. Ik heb Igor gezien, en ik begrijp waarom ze bezweek. Bloedmooi en gracieus, brede schouders, fantastische glimlach, lippen die vragen om bepoteld te worden, grote handen, grote voeten, en je weet wat ze daarover zeggen. Mary had een tijdje een affaire met Igor, en ze genoot van elke minuut dat ze bij elkaar waren. Mary was in de wolken en de grot stond eindelijk niet meer droog, zoals het zelf te plastisch omschreef. Dirk en Floritsjna ontdekten de affaire en zij werden nog onafscheidelijker. Ze probeerden nu hun relatie niet eens meer te verbergen. Maar het onvermijdelijke gebeurde en Mary raakte zwanger. Meteen toen ze het ontdekte, heeft ze alles in haar mogelijkheden aangesproken om Dirk opnieuw in bed te krijgen. En dat lukte blijkbaar sneller dan ze zelf had verwacht. Eenmaal vrijen was voldoende om haar plan te laten slagen. Ze zou zeggen dat het Dirk’s was, en dat als argument gebruiken om hem opnieuw in haar macht te krijgen. Ze vertelde Igor niet van har zwangerschap en Dirk kreeg als eerste te horen dat het gezin uitgebreid werd. Dirk is toen meteen in een serieuze depressie geraakt, en Floritsjna heeft hij nooit meer gezien, toch niet dat Mary weet. Vanmorgen is Dirk beginnen huilen omdat hij gezien had dat je Moskou vernoemde. En alles wat hem aan Floritsjna doet denken, brengt hem nog steeds heel erg uit zijn evenwicht.”
“Dus Noah is Dirk’s zoon niet?”
“Nee, maar dat weet Dirk zelf niet.”
“En ziet Mary Igor nog?”
”Nee, ze hebben beiden gebroken met hun buitenechtelijke affaires, al blijkt nu ook wel dat ze eigenlijk alles gebroken hebben. Die twee blijven bij elkaar omwille van de kinderen, maar verder bindt niets hen.””En Dirk, werkt die nog steeds in de mijn?”
“Nee, die werkt hier nu fulltime op de boerderij. Zo kan Mary een oogje in het zeil houden. En ze vermoedt dat hij nu en dan zijn genot bij de schapen vindt, maar zelf vindt ze schapen geen concurrentes. Hun lichamelijke relatie is trouwens helemaal naar de knoppen zegt ze.”
“En gisteren? Wat was dat in de keuken?”
“Dat is iets speciaal. Behoorlijk stimulerend hoor. Oh, daar zijn ze. Vlug iets anders. Uhm, dus Istanbul is veel mooier dan je verwacht had?”
“Inderdaad Fredje, inderdaad.”

Tuesday 8 May 2007

Die ochtend aan de ontbijttafel

Op zaterdagochtend werd ik gewekt door twee kindergezichtjes. Lotte en Sarah keken me aan alsof ik een nooit eerder gezien iets was. Pas toen ik zelf glimlachte, glimlachte Sarah uitbundig terug. Ze sprak nog geen woorden, maar haar ogen spraken echter boekdelen. Lotte verpinkte niet. Ik weet dat het ongepast is om je negatief uit te laten over kleine kinderen, maar dit geval was een klein teefje dat, als het niet correct werd geleid, zou uitgroeien tot een bitch van formaat.
Fred was al verdwenen, en misschien was dat gezien zijn schaars kledingsgebruik wel een geluk. Ik wreef m’n ogen even heel kort uit, waarna ik het hoofd van Lotte gebruikte om rechtop te komen. De bank waar ik die nacht op had geslapen had m’n botten duidelijk ingedeukt. Ik maakte met een kleine wuifbeweging van m’n hand duidelijk dat de kinderen beter andere oorden opzochten en ging zelf naar binnen.Ik liep recht naar de keuken, de weg kende ik al, en ik vond er de drie musketiers aan het ontbijt. Dirk keek op en keek meteen terug naar z’n bord. Fred wierp me een knipoog toe en Mary werd op slag bloedrood en verslikte zich in haar ongedesemde brood met tahinbeleg.
Mary was al jaren mijn goeie vriendin, en iedereen weet dat we ooit zo close waren dat schunnige en vernederende woorden ons naar het hoofd werden geslingerd. Ik had haar leren kennen toen ze in de lagere school arriveerde. We zaten in het derde leerjaar toen we halfweg het jaar te horen kregen dat er een nieuw meisje bij ons in de klas kwam. Haar vader had een behoorlijk belangrijke functie in de nabijgelegen fabriek en werd vanuit Engeland overgeplaatst naar ons kleine stadje. Mary sprak geen woord Nederlands, maar nog vooraleer het jaar om was, konden we geen geheime gesprekken meer over haar voeren als ze in de buurt was. Ze was intelligent en grappig, en bovenal zeer mooi. Wanneer wij samen op stap gingen, gingen we gegarandeerd elk onze eigen weg met een vers gevangen vis, maar dat was natuurlijk wel een paar jaar later. Sindsdien zijn we onafscheidelijk geweest, met uitzondering van het Noah-debacle en de laatste jaren toen ze met Dirk was verhuisd naar P.
Ze keek me van onder haar wimpers aan, die ochtend aan de ontbijttafel. Ik ging zitten en had me voorgenomen te doen alsof er niets gebeurd was. Ik begon over haar mooie boerderij en over de schatten van kinderen die ze had. Liegen was nooit zo moeilijk voor mij geweest, vooral niet als ik wist waar ik naar toe wou. En nu wou ik Mary laten kruipen. Zij zei echter niks, en van Dirk kon ik al helemaal geen zinnig antwoord verwachten. Mijn hoop was op Fred gericht en hij pikte er op in. Hij beaamde wat ik zei en vertelde meteen dat de zomers in P. verrukkelijk zijn, dat even verderop een prachtig riviertje liep, en dat de mensen uit het dorp uit peperkoek leken gesneden. Ik zag hoe Mary de situatie aan het aftasten was. De conversatie liep echter vast. Even heel snel nagedacht en ik vond het een goed idee om over mij te vertellen. Ik begon te vertellen hoe ik de laatste tijd vaak bezig was met schilderen, poëzie en tuinieren, dat ik me graag en vrijwillig bezighield met een opvangtehuis voor zwangere katjes, en dat ik ook veel reisde, op zoek naar antwoorden die ik toch nooit zou vinden, maar zo bleef ik bezig en zag ik een stukje van de wereld. Ik vertelde over de reis naar Dublin, waar ik een oudtante ging opzoeken, over de citytrip naar Istanbul, waar ik de geschiedenis van de laatste sultan ging exploreren, en ik vertelde hen over de twee maanden die ik in Moskou doorbracht. Ik was nog maar net dat verhaal begonnen, of Dirk begint daar nu toch te wenen. Een volwassen man die als een klein kind zit te schudden en te snikken en er duidelijk geen einde aan ziet komen. Ik voelde me bijna schuldig, maar ik heb geen last van dat begrip, dus at ik verder. Mary keek overal behalve naar Dirk en Fred zat te grinniken. Uiteindelijk sprong hij recht en liep hij de trap naar boven op. Ik mompelde nog even toen hij tegen de deurpost liep en even later hoorden we hem de trap afsukkelen. Wat Mary ooit in die gast gezien heeft, weet ik nog altijd niet.